HBSC magazine

7 GOEDE SOCIALE RELATIES Nederlandse jongeren vielen na de eerste meting in 2001 op door hun zeer positieve oordeel over sociale relaties met hun ouders, klasgenoten en vrienden. Die sociale relaties bleven, op kleine fluctuaties na, in alle jaren positief. In 2021 is dit over het algemeen nog steeds zo. Zo is het percentage jongeren dat aangeeft heel gemakkelijk met hun vader, moeder of beste vriend(in) te kunnen praten in 2021 even hoog als in 2017. Alleen meisjes op de basisschool geven in 2021 wat minder vaak aan dat zij gemakkelijk met hun vader over zorgen kunnen praten dan in 2017 (78% in 2021 versus 87% in 2017) en iets minder jongeren in het voortgezet onderwijs rapporteren in 2021 dat zij veel steun van het gezin krijgen (68% in 2021 versus 76% in 2017). Ook het percentage meisjes in het voortgezet onderwijs dat veel steun van vrienden ervaart is wat gedaald in de laatste vier jaar (van 75 naar 64%). Daarnaast zijn in 2021 jongeren die met beide ouders in één huis wonen positiever over de relatie met het gezin dan jongeren die niet met beide ouders in één huis wonen. In 2021 geeft 88 procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs aan (heel) gemakkelijk met moeder te kunnen praten, tegenover 92 procent van de leerlingen op de basisschool. Het percentage jongeren dat (heel) gemakkelijk met vader kan praten is 81 procent in het voort- gezet onderwijs en 83 procent onder leerlingen uit groep 8. Van de leerlingen in het voort- gezet onderwijs die niet met beide ouders in één huis wonen, geeft 67 procent aan gemakkelijk met hun vader te kunnen praten over zor- gen; voor jongeren die wel met beide ouders in één huis wonen is dit percentage 84.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTE2OTgy